Vanaf 2019 is een uniforme tarievenbeleid van kracht op de afvalinzameling. Dat betekent dat voor gemeenten identieke prijzen worden gehanteerd voor identieke dienstverlening. Binnen het uniforme tarievenbeleid zijn tevens afspraken gemaakt over de wijze van indexeren. Daardoor is de kostenontwikkeling voor gemeenten meer voorspelbaar geworden. In de praktische uitwerking van het afgesproken uniforme tarievenbeleid is de wijze van indexeren vertaald naar een uitgestelde vorm van indexering. In plaats van de jaarlijkse indexering direct toe te passen, werd de index over een bepaald jaar met een vertraging van twee jaar doorberekend.

In tijden van een hoge inflatie pakt deze systematiek echter negatief uit voor Meerlanden. Omdat dit negatieve effect van een hoge inflatie niet voorzien was, is in overleg met de aandeelhouders besloten om voor 2023 de vertraging van twee jaar terug te brengen naar een vertraging van één jaar. Hierdoor is aanvullend 5,97% over de tarieven van de afvalinzameling in rekening gebracht. Vanaf 2024 wordt geen vertraging meer gehanteerd in de toegepaste index.