Het streven naar een circulaire economie tegen 2050 vereist aanzienlijke beleidsinspanningen, ook op het gebied van ruimtelijke ordening.

De recente bevindingen van de Integrale Circulaire Economie Rapportage (ICER) van 2023 benadrukken dat er nog aanzienlijke uitdagingen liggen. Eén van de voornaamste obstakels blijkt ruimte te zijn. Volgens schattingen van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) kan de transitie naar een circulaire economie resulteren in een behoefte van 40% extra ruimte voor bedrijventerreinen. Deze ruimte is nodig voor de verwerking, opslag en recycling van materialen, die vaak gepaard gaan met hogere milieueffecten.

Impact Meerlanden

Het vinden van geschikte locaties voor uitbreiding van faciliteiten, zoals milieustraten of extra verwerkingslocaties voor bijvoorbeeld GFTe-afval, blijkt ook voor Meerlanden een uitdaging te zijn. Deze uitdaging wordt verder gecompliceerd door concurrentie met andere ruimtelijke functies in het gebied. Overheden staan voor de taak om ‘ruimte’ hoog op de agenda te plaatsen en zorgvuldig de belangen van verschillende functies en doelstellingen tegen elkaar af te wegen.

Dit is met name cruciaal indien zij vertraging in de transitie naar een circulaire economie willen voorkomen. Het aannemen van een proactieve benadering bij ruimtelijk beleid en het balanceren van diverse belangen zal essentieel zijn voor de ontwikkeling van infrastructuur en voorzieningen die nodig zijn om een circulaire economie te realiseren.